TERUG
Opdracht 1: Overzicht/tabel aanvullen .
  - De
     tekst nauwkeurig lezen.
 
  
  - De
     volgende onderdelen i.v.m. wonen opzoeken in je tekst en deze informatie markeren in je tekst.
 
 De tijdsperiode.
Welk materiaal werd er gebruikt ?
Het uitzicht van de huizen. (groot, klein,
verdiepingen, …)
Welke kamers waren er in huis ?
Wie woonde er ?
Welke luxe hadden ze ?
Hoe werd hun woning genoemd ?
Welke soorten woningen waren er nog ?
Tip:  - Kijk ook naar de prenten om informatie te
vinden.
        - Woorden die je niet begrijpt opzoeken in een woordenboek.
Extra:          -
Zoek prenten i.v.m. je periode.
- Kleur in je bundel de prenten
van je periode als je nog tijd over hebt.
Opdracht 2: Een huis bouwen van je eigen periode.
1. overleggen (per 2) 
            - wat ga je maken ?
            - welke materialen heb je nodig ?
            - wie neemt wat mee ?
IEDEREEN vertrekt vanuit een schoendoos.
2.    a) Schets maken van de woning.
       b) kort hun schets komen voorstellen
bij de leerkracht (minstens 5 kenmerken moeten er in zitten)
       c) De woning bouwen in papier/karton/plastiek/...
       d) Plattegrond knutselen of tekenen in je woning 
       e) 1 belangrijke persoon + 1 belangrijke gebeurtenis van je tijd zoeken
Tip: Kijk ook eens naar kenmerken van de vorige periodes om te zien wat ze daar al hadden.
3) de woning voorstellen aan de anderen 
            - al de kenmerken van je periode vertellen
                  + deze kenmerken
laten zien/aanduiden op je eigen woning of via extra prenten/foto's
            - 1 belangrijke persoon + 1 belangrijke gebeurtenis van je tijd voorstellen
         LET OP: niet aflezen
         aandachtspunten:         - buitenkant
                                          
- binnenkant
                                          
- juistheid (klopt het ?)
                                          
- Heb je al de info van in je bundeltje gebruikt ?
Opdracht 3: Anywize op de computer
Anywize openen     
    Je klas selecteren
        Je eigen naam selecteren
WONEN
        wonen
                vroeger en nu
Moetjes:
1. Van hol tot flatgebouw
2. Wonen: hoe, waar, waarom.
Tip: Als je op de kaartjes/prenten/.... klikt dan ga je direct naar een
website waarop je de informatie die je nodig hebt kan terugvinden.
BIJ AFSLUITEN NIET VERGETEN JE WERKBLADEN OP TE SLAAN 
.